Max heeft zijn proefschrift geschreven over integriteitsnormen. Ook na die honderden pagina's blijft er over die normen nog voldoende te zeggen. Het integriteitsrecht is voortdurend in beweging. Op deze plek bespreekt Max de laatste ontwikkelingen. Houd deze pagina daarom in de gaten voor bijvoorbeeld nieuwtjes over de rechtspraak over deelname aan de besluitvorming door raadsleden en over de parlementaire behandeling van het de tweede tranche van de Wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur.
De uitspraak is hier te vinden en gaat over deelname van een raadslid met een (beweerdelijk) persoonlijk belang aan de besluitvorming van de raad.
Wat is er gebeurd en wat is het probleem?
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten verleent een omgevingsvergunning voor een windpark met vier windturbines. De raad geeft een verklaring van geen bedenkingen af.
Appellanten voeren aan dat de raad heeft besloten in strijd met artikel 2:4 van de Awb en artikel 28 van de Gemeentewet. Uit deze bepalingen volgt, kort gezegd, dat de besluitvorming onrechtmatig kan zijn als een raadslid met een persoonlijk belang deelneemt aan de besluitvorming. Een appellant geeft aan dat een raadslid zijn lidmaatschap heeft beëindigd vanwege zijn wens om financieel te kunnen participeren in het project. Een andere appellant betoogt dat een raadslid of meerdere raadsleden werkzaam is of zijn in de windindustrie en gedurende het gehele proces een positieve grondhouding hebben ingenomen over het voorgenomen windpark. Daarnaast stelt hij dat zijn zorgen over de aantasting van zijn leefomgeving onvoldoende serieus zijn genomen.
De Afdeling houdt vast aan de Zeeman Vastgoed-rechtspraak
De Afdeling bestuursrechtspraak herhaalt haar inmiddels bekende overwegingen uit de Zeeman Vastgoed-uitspraak uit 2013. Ze benadrukt het fundamentele recht van een raadslid om deel te nemen aan de stemming, zodat de term 'persoonlijk belang' strikt moet worden geïnterpreteerd.
Artikel 2:4 van de Awb en artikel 28 van de Gemeentewet zijn daarom pas geschonden wanneer (i) een raadslid een persoonlijk belang heeft, (ii) zich bijkomende omstandigheden voordoen die maken dat de behartiging van een persoonlijk belang van een raadslid in het bijzonder aan de orde is in het besluitvormingsproces en (iii) het raadslid de besluitvorming daadwerkelijk heeft beïnvloed. Die derde omstandigheid noemt de Afdeling overigens niet uitdrukkelijk in deze uitspraak.
Ook in deze uitspraak is er geen schending
De Afdeling neemt niet snel schending aan. Sinds de Zeeman Vastgoed-uitspraak is dat zelfs nog geen enkele maal voorgekomen. Ook in deze uitspraak niet. Er zijn geen bijkomende omstandigheden aan de orde volgens de Afdeling. Puntsgewijs overweegt zij als volgt:
Wat betekent deze uitspraak voor de toekomst?
Deze uitspraak brengt op zichzelf niet veel nieuws. Duidelijk is - nog altijd - dat de Afdeling niet zomaar tot het oordeel komt dat artikel 2:4 van de Awb en artikel 28 van de Gemeentewet zijn geschonden. Opmerkelijk is wel dat de Afdeling nog altijd vasthoudt aan haar Zeeman Vastgoed-rechtspraak.
De vraag is of de Afdeling dat ook zal doen wanneer zij zich moet buigen over een zaak die valt onder het regime van na 1 januari 2023. Op dat moment is het nieuwe tweede lid van artikel 28 van de Gemeentewet in werking getreden. Daaruit volgt dat artikel 2:4 van de Awb niet van toepassing is op de stemming en beraadslaging van de raad. Die wetswijziging zou aanleiding kunnen vormen voor de Afdeling om de Zeeman Vastgoed-rechtspraak te verlaten. Als ze dat van plan is, dan had ze ook deze uitspraak al aan kunnen grijpen om daarop vooruit te lopen.
De rechtbank Noord-Holland heeft eind 2024 een interessante uitspraak gedaan over een nieuwbouwproject op Waddeneiland Texel. Klik hier voor de uitspraak.
Op 9 maart 2022 verleent het college van burgemeester en wethouders (hierna: college) van Texel een omgevingsvergunning voor de nieuwbouw van 27 appartementen aan een vof. Een aantal belanghebbenden gaat in bezwaar.
Een belangrijk element in de procedure bij de rechtbank is dat tussen de verlening van de omgevingsvergunning (9 maart 2022) en de beslissing op bezwaar (21 maart 2023) een van de vennoten van de vof wethouder is geworden. Dat is belangrijk, omdat het college op het bezwaar over de omgevingsvergunning heeft beslist. Dat betekent dat de wethouder heeft kunnen meebeslissen over 'zijn' nieuwbouwproject.
De rechtbank overweegt dat artikel 2:4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) is geschonden. Het college moet zijn taak vervullen zonder vooringenomenheid. Het moet er ook tegen waken dat een persoon met een persoonlijk belang de besluitvorming beïnvloedt.
Volgens de rechtbank is er een evident risico op vermenging van persoonlijke en publieke belangen in deze zaak. Wat is volgens de rechtbank relevant?
Het is redelijk zeldzaam dat een bestuursrechter schending van artikel 2:4 van de Awb aanneemt. Alleen al daarom is de uitspraak de moeite van het bespreken waard. Er zijn juridisch nog twee (andere) redenen waarom de uitspraak interessant is.
We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden
Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.